Dicksonia antartica
Deze prachtige oeroude bedreigde palmvaren uit Tasmanië.
Dit is een boomvaren die een beetje vorst kan verdragen, maar moet wel goed worden beschermd in de winter.
In volwassen toestand heeft hij wel wat weg van een palm, dit komt door de rechte met vezels bedekte stam.
Maar toch is het geen familie van de palm.

De naam doet denken dat hij van Antarctica komt, dus zal je denken dat hij zeer goed tegen strenge vorst kan.
Maar zelfs in de bergen van Tasmanië vriest het zelfs niet langdurig. Dus is hij wel degelijk vorstgevoelig!.
De stam is bij de kroon het meest vorstgevoelig, een grote plant is dus het minst vorstgevoelig.
Helaas groeien ze mega-traag en is een exemplaar met een beetje stam al zeer prijzig.
Dus de grote exemplaren worden dan ook uit het wild gejat en voor een dure prijs verkocht,
hierdoor is hij in het wild ook zeer zeldzaam geworden. Maar gelukkig is dit nu verboden en zijn er dus ook
geen hele grote exemplaren meer te koop.

Grote Dicksonia Antarctica
Als de plant zeer goed wordt ingepakt kan hij buiten gezet worden. De bladeren zullen vrijwel altijd bevriezen,
ook bij een zachte winter. Vaak worden alle bladeren afgeknipt voor de winter, zij kunnen dienen als isolerend
materiaal voor het inpakken van de varen. Maar opbinden is beter.
Als de winter niet al te hard toeslaat blijft het blad behouden door het
opbinden. Hoe meer blad behouden kan worden des te sneller de boomvaren herstelt.
Omwikkel de stam geheel met een rietmat, vliesfolie of kippengaas, stort daarna het bouwsel vol met
isolerend materiaal: de afgeknipte bladeren, stro, droog blad, en dat soort dingen.
Bij strenge vorst kan het geheel tijdelijk worden bedekt met noppenfolie.
De grond moet luchtig en vochtig zijn, hij houdt van de schaduw.
Maak jouw eigen website met JouwWeb